Standpunt rauw vleesvoeding voor hond en kat

Artikel in Tijdschrift voor Diergeneeskunde (febr. 2015): R.J.Corbee (1), R. NIjsse (2), E. Hagen-Plantinga (3), P. Overgaauw (4)

Tegenwoordig is er een grote groep honden- en kattenbezitters die hun huisdieren voert met rauw vleesvoeding (bijvoorbeeld: ‘bone and raw food’, BARF). Op het internet zijn meerdere ‘succesverhalen’ te vinden waarbij honden en katten na het overschakelen op rauw vleesvoeding zijn genezen van huidaandoeningen en maagdarmklachten. Vooralsnog is er geen wetenschappelijk bewijs dat dergelijke voeders effectiever zijn dan de commercieel verkrijgbare dieetvoeders. Er zitten wel een aantal belangrijke risico’s aan het voeren van rauw vleesvoeding.

Ten eerste bestaat er risico op het verstrekken van een incompleet dieet. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat zelf bereide diëten (zoals BARF-diëten) niet altijd het volledige nutriëntenaanbod bieden, waardoor op termijn tekorten kunnen ontstaan. Vooral jonge, groeiende dieren lopen hierbij risico.

Ten tweede is er een risico op infectie van zowel het huisdier als de verzorger met potentieel pathogene (zoönotische) organismen. Vanzelfsprekend kan directe besmetting van de eigenaar en gezinsleden worden voorkomen wanneer optimale hygiëne wordt betracht bij de bewaring en verwerking van vers vlees en bij de reiniging van de gebruikte materialen. Besmetting met infecties van de dieren via rauw vlees kan alleen worden voorkomen door het vlees vooraf voldoende te verhitten. Men moet zich ervan bewust zijn dat vooral individuen met verminderde weerstand een groter risico lopen om ziek te worden. Dit zijn pups, kittens, kinderen, ouderen, zwangere vrouwen of drachtige dieren en dieren en mensen met een verminderde afweer. Dieren die therapeutisch gebruikt worden in de zorg, de zogenaamde hulphonden, dienen om deze reden zeker geen rauw vleesvoeding te krijgen.

Dierenartsen moeten huisdierbezitters wijzen op de risico’s van het voeren van rauw vlees voor de gezondheid van het dier, de volksgezondheid, de noodzaak van reiniging en desinfectie van voedermaterialen en ruimtes en het toepassen van handhygiëne.

Het beste advies is vlees uit voorzorg te verhitten. Bij het publiek is namelijk nauwelijks kennis aanwezig over de risico’s en de preventie van infecties bij vers vleesvoeding of deze wordt genegeerd.

Het melden van deze risico’s aan eigenaren die rauw vlees voeren aan hun huisdier moet worden beschouwd als ‘good veterinary practice’.

1. Dept. Geneeskunde van Gezelschapsdieren, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht. Corresponderend auteur: R.J.Corbee@uu.nl.
2. Klinische Infectiologie, Dept. Infectieziekten & immunologie, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
3. Dept. Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren, Afdeling Voeding, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
4. IRAS, Div. Veterinaire Volksgezondheid, faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.